Team Facilitaire Dienst & ICT
“Wij maken van Sterk Huis een thuis … en doen het huishouden”
Ouders kennen het wel, dat geluid van ‘mama-mama-mama’. Nou, dat horen wij constant op het werk, maar dan in een andere vorm. Wij worden de hele dag overvraagd. Lachend begint het interview met de mensen van team Facilitaire Dienst & ICT, een van de bouwstenen van Sterk Huis.
Een gesprek tussen Lisette Groenhout [teamcoördinator Beveiliging & Receptie], Mario Verboven [teamcoördinator Vastgoed & Onderhoud], Jolanda Siemons [teamcoördinator Catering & Service], Marco Jansen [teamcoördinator ICT] en Saskia van Wageningen [stafmedewerker Facilitair & coördinator Veiligheidsbeleid].
Jolanda: “Geen dag is hetzelfde voor ons. Je gaat ’s ochtends met een bepaalde verwachting naar je werk, maar al bij de eerste stap die je binnenzet, is het helemaal anders.”
Mario: “Dat idee van ‘mama-mama-mama’ weet je wel. Je bent overal tegelijk nodig.”
Lisette: “Maar dat is juist leuk. Die afwisseling, het onverwachte.”
Marco: “Ook op de lange termijn het onverwachte. Dan hebben we een stip op de horizon, maar bewegen we toch weer ietsje naar links of rechts en dat houdt het uitdagend.”
Saskia: “Het zijn ook vaak golfbewegingen die we maken in ons werk: hé, dit hadden we tien jaar geleden ook al een beetje bedacht. Een soort van oude wijn in nieuwe zakken.”
Bezemwagen van de organisatie
Jolanda: “Toch hebben we tegenwoordig veel meer grip op hoe ons werk loopt.”
Mario: “Onze facilitair manager is twee jaar geleden gestopt. Sindsdien werken we als zelfsturende teamcoördinatoren, met Bram Luijten als eindverantwoordelijke. We zijn daardoor een stuk vrijer en zelfstandiger geworden in ons werk.”
Jolanda: “Maar er komt ook veel op je af als eindverantwoordelijke. We denken allemaal weleens: waarom doe ik dit werk? Maar al snel weet ik het weer: juist vanwege die uitdaging.”
Mario: “Wij zijn eigenlijk de bezemwagen van de organisatie. Dan komt Jolanda weer met de schoonmaak of Marco met een ICT-actie. Als er iets aan de hand is, zijn we alweer onderweg.”
Iedereen heeft recht op evenveel
Lisette: “We hebben allemaal wel dat verzorgende en gastvrije in ons. We willen het mensen naar de zin maken. Behalve Marco, die kan goed grenzen stellen. Daar ben ik weleens jaloers op.”
Marco: “ICT is ook een andere tak van sport. Daarom heten we Facilitaire Dienst én ICT. Mijn werkgebied is groter. We doen niet alleen de ICT voor Sterk Huis, maar ook voor Veilig Thuis Midden Brabant en Crossroads HvB. Mensen willen allemaal als eerste geholpen worden, maar iedereen heeft recht op evenveel. Ik moet strikt zijn. Dat kost me geen enkele moeite.”
Saskia: “Mario, jij kan dat ook hè, de vraag met een kwinkslag teruggeven.”
Mario: “Dat moet wel. We hebben ruim 83 panden onder onze hoede. Je kan niet overal tegelijk zijn. Mensen denken vaak onbedoeld alleen aan hun eigen locatie, maar voor ons is het veel breder. En wij werken in kleine teams van slechts vier mensen, dan ben je al snel druk.”
Jolanda: “We maken ook gebruik van externe partijen, maar het komt steeds vaker voor dat organisaties niet kunnen leveren door personeelstekorten. Daar lig ik weleens wakker van.”
Mario: “Je wil wel, maar kan niet leveren. Dat is lastig als je dienstverlenend bent ingesteld. Maar het houdt het werk ook spannend, je moet voortdurend puzzels oplossen.”
Wij zijn alles in één
Saskia: “Dat is wie we zijn: we lossen alles op. Ik weet nog dat Jolanda en ik prullenbakken hebben opgehaald. In het kader van duurzaamheid kregen alle afdelingen grote prullenbakken voor afvalscheiding, maar iedereen had nog een eigen prullenbakje naast het bureau staan. Dus gingen wij met zo’n karretje op prullenbakkenjacht. We haalden de mooiste exemplaren op, van die metalen prullenbakjes met bloemen erop geschilderd, ooit van oma geweest ofzo. Wekenlang kregen we nog te horen: hé, waar is mijn prullenbakje gebleven? In de kelder, kom maar halen!”
Lisette: “Wij zijn doeners. Ik herinner me nog dat ik als receptioniste een weekenddienst bij De Bocht draaide. Er klopte een cliënt op mijn raampje: Ik krijg mijn was niet uit de wasmachine! Ik belde iemand van de technische dienst, die zei: Pak die sleutel maar uit mijn kantoortje. Ineens was ik wasmachinemonteur. Wij zijn gewoon alles in één.”
Marco: “Dat doe je gewoon, je pakt die sleutel. Oké, dan los ik het wel op.”
Mario: “Soms gaat dat ook mis. Bijvoorbeeld toen ik vanuit Laanzicht coronatesten moest meenemen, maar terugkwam met een tas vol zwangerschaps- en drugstesten. Je kan niet overal verstand van hebben, haha.”
Samen stapelen we de stoelen op
Marco: “Het loopt niet altijd zoals je wil, maar we lachen ook veel. Zo hadden we de grootste lol met onze tafeltennistafel van karton. Het kan en mag hier allemaal, als je maar doet wat er moet gebeuren. Heb je dat voor elkaar, dan is het oké. Dat is fijn. Plezier in je werk is belangrijk.”
Mario: “We rennen hard, dan mogen die momentjes van rust en ontspanning er ook zijn.”
Saskia: “Aan de ene kant zijn we als organisatie heel groot en aan de andere kant heel kneuterig.”
Mario: “Waar zie je het nog dat na een borrel al het personeel, inclusief het bestuur, helpt bij het opstapelen van de stoelen? Bij een commercieel bedrijf is iedereen meteen weg: mijn taak niet.”
Jolanda: “Of welke organisatie heeft nog een eigen catering? Sterk Huis is een warm huis.”
Lisette: “En wij proberen er een thuis van te maken.”
Mario: “Door het huishouden te doen.”
Hup, heel rap er vanaf!
Jolanda: “Het is een verrijking om dit werk voor een zorgorganisatie te mogen doen. Bij de catering bieden we cliënten dagbesteding aan. Wij zijn zelf geen hulpverleners, dus benaderen hen op een andere manier. Dat vinden ze alleen maar fijn.”
Mario: “Soms botst het ook weleens: zorg en facilitair. Hulpverleners denken vanuit de cliënt, maar wij zijn zakelijker. We denken veel sneller: doe eens even normaal, dat doe je toch niet?”
Saskia: “Als iemand van de technische dienst door jongeren wordt nageroepen, krijgen ze de wind van voren hoor. Of laatst met die jongeren op het dak, dan winden onze mensen er geen doekjes om: Hup, heel rap er vanaf! Of als jongeren te laat komen bij de dagbesteding, is het: Kom op, zo werkt het in het echte leven ook niet.”
Iedere euro die wij uitgeven, gaat ten koste van de zorg
Marco: “We zijn ons ook heel bewust van wat er allemaal speelt binnen de jeugdzorg. Bij de inkoop zeg ik vaak: ik hoef echt niet voor een dubbeltje op de eerste rij te zitten, maar wil wel voor een kwartje de beste spullen hebben. Want iedere euro die ik uitgeef aan ICT gaat ten koste van de zorg. Als je daarop hamert, komen er stiekem toch andere prijzen uit.”
Saskia: “Ik ben zuiniger voor de organisatie dan voor mezelf hoor. In mijn privéleven is afdingen niet mijn sterkste kant, maar voor Sterk Huis ga ik echt voor de beste prijs.
Kaartenhuis
Lisette: “Het is mooi wat wij als team wegzetten.”
Mario: “We weten precies wat er moet gebeuren. Sneeuwt het ’s nachts, denk ik meteen: morgenochtend eerder naar Sterk Huis om het entreepad sneeuwvrij te maken. We werken nauw met elkaar samen. Als we een nieuw pand krijgen, bekijk ik de huurovereenkomst en technische zaken, Saskia komt om de hoek kijken voor de veiligheid, Lisette beoordeelt de beveiliging, Marco verzorgt de ICT en Jolanda haakt aan voor de schoonmaak.”
Marco: “Wij zorgen ervoor dat medewerkers hun werk goed kunnen doen.”
Mario: “En dat werkt indirect ook door op de cliënt. Het primaire proces kan niet zonder het facilitaire proces. Haal je het weg, dan stort alles als een kaartenhuis ineen.”