Loading
Even geduld a.u.b. het magazine wordt geladen...
Yesim durfde pas na veertien jaar om hulp te vragen

"Zorg dat je een vrouw alleen spreekt, kijk haar in de ogen"

De 38-jarige Yesim weet het zeker. Er zijn veel meer vrouwen zoals zij. Vrouwen die de taal niet spreken, die de weg naar hulp niet kennen. Vrouwen die elke dag bang zijn, gevangen in een huwelijk. “Ik had dertien jaar geleden al hulp moeten zoeken.”
De datum zal de 38-jarige Yesim nooit meer vergeten. 20 maart 2021. De dag dat ze met haar twee dochters – de jongste van zes achterop, de oudste van acht fietste naast haar – het huis verliet. Haar man gaf hen toestemming om even naar de supermarkt te gaan. Dat was uitzonderlijk. Hij ging altijd zelf. Yesim moest dan thuisblijven. De deur draaide hij op slot.
Maar op deze zaterdag trok Yesim de deur achter zich dicht en fietste zo hard als ze kon. “Ik keek voortdurend achterom. Mama, je rijdt voorbij de winkel, zei mijn dochter.” Ze aarzelde niet en reed rechtstreeks naar het politiebureau een stuk verderop. “Ik ben thuis weggelopen”, vertelde ze buiten adem aan de balie.
Angst
Ze is de agenten die haar die zaterdag opvingen, nog steeds dankbaar. Zij zagen haar angst en begrepen dat er snel gehandeld moest worden. De fietsen werden naar binnengehaald, het rolgordijn van de spreekkamer op het politiebureau ging omlaag. Haar man moest niet weten dat ze hier was.
Ze werd naar de crisisopvang in Breda gebracht. “Mijn oudste dochter was boos. Wat heb je gedaan, mama? Ik kon die tien dagen daar alleen maar huilen. Ik was zo bang voor mijn man, bang dat ik de verkeerde beslissing had genomen.” De tranen lopen opnieuw over haar wangen.
Verhaal
Yesim doet haar verhaal bij Sterk Huis, de plek waar ze later is opgevangen. Naast haar knikt Cansu Sengül, jeugd- en gezinsprofessional, haar bemoedigend toe. Yesim wil graag haar verhaal doen. Zoek hulp, is haar oproep aan vrouwen die net als zij de weg naar hulp niet weten. “Wacht niet veertien jaar.”
Zo lang is het inmiddels geleden dat ze trouwde. Haar schoonouders wonen in hetzelfde dorp in Turkije en vonden Yesim wel een geschikt meisje voor hun zoon die al in Nederland woonde.
Ze was 24 toen ze naar Nederland kwam. Opgetogen over het nieuwe leven. Maar die droom viel al snel in duigen. Haar echtgenoot was jaloers, bezitterig. Contact met vriendinnen of familie vond hij niet nodig. Ook haar zus in Breda sprak of zag ze nauwelijks. “Hij stond altijd naast me.” Haar isolement werd met de dag groter. De paranoia van haar echtgenoot eveneens. “Ik mocht geen make-up op, mijn haar niet los dragen. Ik herinner me nog goed, we zaten op de bank tv te kijken. Ineens begon hij weer ruzie te maken. Hij wist zeker dat ik verliefd was op die acteur in de soapserie.”
Ze veegt haar tranen weg. De angst regeerde de afgelopen jaren haar leven. En dat van haar dochters. Slaan deed hij niet. Schreeuwen, manipuleren en kleineren wel. Wanneer ze hem zou verlaten, zou ze haar meisjes nooit meer zien. Ze was zwanger toen ze nog geen verblijfsvergunning had, de Nederlandse overheid zou haar dochters afnemen, dreigde hij elke keer weer. “Soms denk ik, had hij me maar geslagen, dan had ik bewijs gehad.” Hij wilde haar volledig controleren, zelfs haar gedachten, vertelt ze.
Al sinds het eerste jaar dacht ze aan weglopen. Maar de angst nam het over. “Ik weet nog bij de zwangerschap van de eerste, dat ik de verloskundige strak aankeek. Maar ze vroeg niets. Mijn man stond er altijd naast.” De kinderen mocht ze ook niet naar school brengen, naar ouderavonden ging hij.
Hartaanval
Niemand heeft haar wanhoop in al die jaren opgemerkt. Ze schudt haar hoofd. “Ik maak er een eind aan, dacht ik vaak. Dit is geen leven. Maar ja, ik kon mijn dochters niet in de steek laten.”
Een andere kans, zegt ze zelf, kwam toen ze een paar jaar later met een hartaanval werd opgenomen in het ziekenhuis. Daar verbaasden de artsen zich over haar hartproblemen op zo’n jonge leeftijd en vroegen of ze last had van veel stress. Yesim zucht. “Hij liet me ook daar geen moment alleen. ‘Ze spreekt geen Nederlands’, zei hij altijd. Ik weet nog dat ik hoopte op een Turkse schoonmaakster ofzo.”
Boodschap
Ze steekt haar vinger op en waarschuwt. Dit is haar boodschap voor professionals overal in Nederland. Dit is waarom ze haar verhaal wil doen. “Zórg dat je een vrouw alleen spreekt, schakel als het moet een tolk in. Kijk haar in de ogen.”
Yesim is ervan overtuigd dat er veel meer vrouwen in een vergelijkbare positie zitten. Doodsbang voor hun partner. Die de weg naar hulp niet kennen. De vrouwenopvang in Turkije staat erg slecht aangeschreven. “Maar geloof me, in Nederland is de opvang totaal anders. Hier geven ze echt om de vrouw. Na de eerste dagen in de crisisopvang in Breda, ben ik hier gekomen.”

Ze wijst naar Cansu. “Zij was de eerste die me opving en ze gaf me een knuffel. Dat was zo bijzonder, dat contact had ik zo gemist.”

Cansu glimlacht. “Yesim kwam zo verdrietig hier aan, was zo wanhopig, bang dat ze de verkeerde beslissing had genomen.” Ze weet heel goed hoe heftig psychische mishandeling is en hoe groot de gevolgen kunnen zijn. Langzaam kwamen Yesim en haar twee dochters tot rust. Met de tijd verdampte de angst voor haar echtgenoot.
“De hulpverleners van Sterk Huis hebben me zó geholpen. Ook dat ik in mijn eigen taal mijn verhaal kon doen, vond ik heel fijn.” Ze knikt nog een keer naar Cansu.“Dit soort dingen zijn voor mij bijzonder. Nog steeds. Ik ben echt gelukkig wanneer ik met mijn dochters in de stad loop. Vrijheid.”
Schoonmaak
Wat was het dat haar na veertien jaar het zetje gaf om naar het politiebureau te fietsen? Yesim aarzelt geen moment. Dat heeft ze te danken aan haar manager Mirjam. Ze werkte namelijk destijds al in de schoonmaak. Haar manager sprak haar op een dag aan. “Of ik er niet wat verzorgder uit kon zien, mijn haar doen of een beetje make-up.”
Yesim vertelde dat haar man dat niet toestond. En gelukkig ging er bij haar manager meteen een alarmbel rinkelen. “Ze luisterde en vroeg steeds vaker hoe het thuis ging. Ze schrok enorm van mijn verhalen. Op een gegeven moment heeft ze ook de directeur ingeschakeld.” Samen drukten zij Yesim op het hart naar de politie te gaan. “Als ik dat niet durfde, zouden ze me komen halen en me helpen.” Mirjam is háár held. Zij zag haar.
Inmiddels gaat het goed met Yesim. Ze woont in een andere stad, werkt en geniet van haar appartement en haar dochters. “Ook zij zijn enorm veranderd. De oudste schrikt niet meer zo snel. We lachen veel. Ik wil nu mijn rijbewijs gaan halen.”
Het eerlijke verhaal van Yesim raakt Cansu Sengül ook, vertelt ze. “Ik vind het heel bijzonder om haar nu met de kinderen zo gelukkig en sterk te zien. Dit is toch waar je het voor doet.”
En de echtgenoot? Yesim klinkt vastberaden. “Ik ben niet meer bang voor hem. Hij heeft veertien jaar van mijn leven afgepakt, ik had veel eerder weg moeten fietsen.”

De namen zijn uit privacy-overwegingen gefingeerd.


14/17
1. Cover #7
2. Inhoudopgave
3. Iedereen doet ertoe
4. Terug naar het speciaal onderwijs
5. Basisschool de Zuidwester
6. NIKA
7. Fasehuis Sterk Huis
8. In gesprek met werkgevers
9. Jongeren van 16 - 27 jaar
10. De weg naar volwassenheid
11. Pleegouders Maria en Marc
12. Wonen doe je thuis
13. Briefwisseling
14. Eergerelateerd Geweld
15. Vluchtelingen problematiek
16. Expertisecentrum HGKM
17. Samenwerking partijen